bosb. is de breuk van bomen, toppen of takken ten gevolge van te grote sneeuwbelasting. S. treedt in het gebergte vooral op aan de in de windschaduw liggende O. en N. hellingen, waar de sneeuw meer op de boomkronen blijft liggen.
Naaldhoutbomen worden door s. meer getroffen dan de in de winter kaal staande loofhoutsoorten, hoewel stammisvormingen door erge sneeuwbreuk bij beuken vaak optreden. Het meest getroffen worden die naaldhoutsoorten, waarbij een dichte benaalding gepaard gaat met bros hout, hetgeen het geval is bij de Pinus-soorten. In ongelijkjarige opstanden is door de lossere kronensluiting het gevaar minder dan in gelijkjarige opstanden. Bij de laatste is vooral de dichte stakenfase de gevaarlijkste leeftijd. In oudere opstanden beperkt de schade zich in de regel tot enkele topbreuken. Men kan de schade voorkomen door de aanleg van gemengde, ongelijkjarige opstanden en door vroegtijdige, voldoend sterke dunningen.