(bodemk.) Hieronder verstaat men een bepaling van de korrelgrootle-verdeling van de korrels in een grondmonster. Na een voorbehandeling, waarbij alle aan elkaar gekitte korrels worden losgemaakt, wordt de grond door verschillende zeven gezeefd, waardoor een aantal fracties worden verkregen tot 0,050 mm.
Nog kleinere fracties worden bepaald d.m.v. de bezinkingssnelheid in stilstaand of langzaam stromend water of in een centrifuge, tot < 0,0005 mm. De fracties worden weergegeven in gewichtsprocenten van een luchtdroge grond (gedroogd bij 102°C), of in gewichtsprocenten van de in de grond aanwezige minerale delen. De fractieverdeling van een s. kan worden weergegeven in verschillende soorten grafieken of in een tabel. Zij dient ter karakterisering van de grond. De fractie <0,016 mm heet afslibbaar, de fractie < 0,002 mm heet lutum, de fractie van 0,002 tot 0,050 mm stof.Voor de s. worden op verschillende laboratoria vaak verschillende bepalingsmethoden gevolgd. Deze bepaling wordt ook mechanische en granulair analyse genoemd.