Plantengesl. der Polygonaceae met ca 150 soorten, dat ook in Ned. tal van soorten telt. De meest bekende zijn: R.acetosa L., veldzuring, een zeer algemene graslandplant, die een voorkeur heeft voor fosfaatarme, iets zure percelen, liefst hooi- en wisselweiden, die in de hooitijd meermalen de roodbruine kleur van de rijpende R.-plant aannemen.
De bladeren zijn pijlvormig. R. acetosella L., schapenzuring, met spiesvormige bladeren, die gaarne groeit op droge zure en arme zandige gronden, percelen van vrij slechte kwaliteit. Op vruchtbaarder grasland (veel op lage uiterwaarden) treft men ook wel aan de forse soorten R. crispus L., krulzuring, met aflopende bladvoet en gekroesde bladrand: voorts R.obtusifolius L., ridderzuring, met brede bladeren en hartvormige bladvoet. Allerlei soorten vormen bastaarden, waardoor de soortbepaling vaak grote moeilijkheden oplevert.In Indon. komen gekweekt voor: R. ambiguus GREN. (= R.acetosa L. var. hortensis DIERBACH) , die op Java boven 500 m niet bloeit, zodat de vermeerdering door scheuren of zaad uit Eur. plaatsvindt; R. sagittatus THUNB., die op Java wel bloeit en vermeerderd wordt door scheuren of door zaad; en R.vesicarius L., afk. uit N.Afr. en Z.W.Az., die vermeerderd wordt door zaad.