Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Rumphius, G. E

betekenis & definitie

(1628-1702) was een Duitser, die aangetrokken door verhalen over de rijke trop. natuur dienst nam bij de O.I. Compagnie.

Hij kwam in Ambon, waar hij tot zijn dood in zijn vrije tijd de toen nog zo weinig bekende flora en fauna bestudeerde. De resultaten legde hij neer in nauwkeurige beschrijvingen, met uiterst critische inlichtingen over het voorkomen en het gebruik, dat de bevolking van velerlei planten maakt. In zijn beroemdste werk, het Ambonsch Kruidboek of Herbarium Amboinense gepubliceerd in de jaren 1741-1750 te Amsterdam door Prof. BURMANN, die er een Lat. vertaling aan toevoegde werden ca 1200 plantensoorten beschreven en voor het merendeel op ca 700 platen afgebeeld. Aan dat boek heeft hij vrijwel tot het laatst gewerkt, niettegenstaande hij in 1670 blind was geworden. Van zijn werk werd later door tal van botanici gebruik gemaakt; een 350 soorten werden benoemd en (slechts kort) beschreven, zodat men steeds op het oorspronkelijke werk van R. moest teruggrijpen.

Meermalen zijn er daarom sleutels opgesteld op het Kruidboek, niet alleen voor die soorten welker beschrijvingen en afbeeldingen de basis waren geworden van geslachts- en soortnaam, maar van alle, speciaal om de waardevolle, en later slechts zelden verbeterde of aangevulde gegevens over verspreiding en van gebruik. De laatst verschenen sleutel is van 1917 (MERRILL, interpretation of Rumphius Herbarium Amboinense). Daardoor kon van al die bijkomende aantekeningen volledig gebruik worden gemaakt.

< >