Klei afgezet door rivieren; langs en tussen de grote rivieren voorkomend. De samenstelling kan van plaats tot plaats sterk verschillen; zowel zeer lichte, zandige r. als zeer zware r. komt voor.
De kleur van de bovengrond is meestal bruin. Morphologisch onderscheidt men in r. :a. de stroomruggronden, zandige r. gronden op de oeverwallen langs de tegenwoordige of vroegere rivierbeddingen; deze zijn kalkhoudend en meestal 1 à 2 m boven het grondwater gelegen;
b. de komgronden, zware tot zeer zware r., voorkomend op grotere afstand van de rivier en gelegen in komvormige delen tussen de oeverwallen; deze zijn kalkarm, bruingrijs of grijs;
c. de uiterwaardgronden, gelegen tussen de rivier en de dijken; deze slibben bij hoge rivierstanden nog regelmatig op; d. de overslaggronden, ontstaan bij dijkdoorbraken en bestaande uit een zandige, soms grindrijke laag op de oorspronkelijke rivierklei.
De r. werd en wordt in Ned. aangevoerd door de Rijn en de Maas. Deze beide soorten verschillen. Zo zijn b.v. de stroomruggronden langs de Maas kalkarm, die langs de Rijn kalkrijk. R. is i.h.a. kaliarm. Vaak legt r. de kali uit kalimeststoffen in voor planten onopneembare vorm vast (z. Kalifixatie).