Onder r. verstaat men in de landb. het treffen van zodanige maatregelen, dat de netto-opbrengst van een landbouwbedrijf er door wordt verhoogd. R. kan bestaan uit het nemen van cultuurtechnische maatregelen, waardoor de waterstand beter wordt geregeld, de grond wordt verbeterd, de verkaveling doelmatiger wordt, enz.
Ook door werktuigen en machines te gaan gebruiken of gebouwen te stichten, waardoor op exploitatiekosten kan worden bespaard. R. kan eveneens bestaan in het gebruik van rassen van cultuurplanten of van huisdieren, die een grotere of kwalitatief betere opbrengst geven dan te voren gebruikte rassen; in een doelmatiger bemesting van de grond of doelmatiger voeding en verpleging van de huisdieren; in een bestrijding van ziekten van plant en dier. R. kan ook betrekking hebben op verbetering in de techniek, op betere verpakking bij aflevering van een product, op standaardisering van een artikel, op verbetering in de wijze van afzet (veilingen), op de wijze van aankoop (coöperaties), enz. Tot de r. kan ook het intensiveren of extensiveren van een bedrijf behoren; noodzakelijk is dit echter niet (z. Intensief).
