wordt veelal gebruikt in de betekenis van netto-overschot of winst (bruto-opbrengst minus bedrijfskosten). Een afwijkende betekenis wordt aan dit begrip gegeven in de Bedrijfsuitkomstenstatistiek, zoals die voor de oorlog elk jaar door de Directie van de Landb. werd opgesteld.
In die publicatie werd in de bedrijfskosten niet de volledige beloning opgenomen voor de handenarbeid van boer en gezinsleden, doch alleen het bedrag, dat voor fiscale doeleinden als beloning voor de arbeid van medewerkende meerderjarige gezinsleden als bedrijfskosten mocht worden beschouwd. Het op deze wijze berekende kostenbedrag (dat dus van de op de gangbare wijze berekende bedrijfskosten afwijkt) wordt van de bruto-opbrengst afgetrokken, waarna de n. overblijft. Deze n. is dus de vergoeding voor: a. handenarbeid van boer en gezinsleden (voor zover niet tot de bedrijfskosten, in fiscale zin, behorend);
b. ondernemersarbeid van de boer;
c. ondernemersrisico van de boer.