is het uitgeperste product verkregen uit de zaden behorende tot de gesl. Brassica en Sinapis, met uitzondering van zwart mosterdzaad (B.nigra), wit mosterdzaad (S.alba) en herikzaad (S.arvensis).
R. bereid uit zaden van B.rapa en B. napus mag koolzaadkoek worden genoemd. Voederwaarde: vre 27-28; zw 59-60.R. worden na enig gewennen wel door het vee opgenomen, met koolzaadkoeken gaat het beter. Worden deze koeken vochtig dan ontstaat uit het aanwezige myronzure kali een vluchtige mosterdolie, die speciaal van de echte r. (van B. rapa) zeer giftig is; mosterdolie uit koolzaadkoeken (van B. napus) is minder giftig. Voor melkkoeien, zogende zeugen en jonge fokvarkens zijn deze koeken (mits droog) wel bruikbaar. Het melkvetgehalte wordt iets gedrukt; de melkhoeveelheid daalt niet. De invloed op de slachtkwaliteit is ongunstig.
