dient om te voorkomen dat besmettelijke ziekten of parasieten een land zullen binnendringen. Dieren uit het buitenland worden zolang vastgehouden aan de grens als de incubatietijd van de te verwachten ziekte duurt of als nodig is om aan te tonen, dat de dieren niet aan besmettelijke ziekten lijden.
Pas daarna is verder vervoer in het land toegestaan.Plant- en pootgoed worden aan een nauwkeurige inspectie op de gezondheidstoestand onderworpen. Vernietiging van in te voeren partijen en het verbod van de verdere invoer van bepaalde gewassen kan o.a. het gevolg zijn van het aantreffen van een ziekteverwekker. Ook aan export gaat dikwijls een periode van q. vooraf.
