In de praktijk van de fruitt. spreekt men van te vroege scheuten en hieronder verstaat men dan knoppen, die in het jaar van ontstaan reeds uitlopen, terwijl ze dit normaliter doen Wanneer de winterrust geëindigd is. Deze te vroege scheuten kunnen proleptisch en sylleptisch zijn.
Onder een p.s. verstaat men een scheut, die zich uit een reeds tot winterrust bestemde knop ontwikkelt. Dit kan geschieden bij natuurlijke en bij kunstmatige groeiprikkels, zoals afwisselend weer, ontijdige bladval, bladvernieling of na zomersnoei, indien deze plaatsvindt als de knoppen tot rust gekomen zijn. Sylleptische scheuten ontstaan uit knoppen, welke nog niet tot rust zijn gekomen. Meestal ontwikkelen deze zich aan de basis van krachtig groeiende scheuten en dan tegelijkertijd met de hoofdscheut. Men ziet ze optreden bij zeer sterke groeikracht van de plant en bij het sterk insnoeien van scheuten in een vroeg stadium van ontwikkeling. De boomkweker maakt van dit verschijnsel gebruik bij het opkweken van struikvormen.
Snoeit men nl. de jonge scheuten der vernielingen in Juni-Juli in, dan vormen zich uit de nog niet in rust verkerende knoppen jonge scheuten, die nog zo lang kunnen worden, dat het 1-jarige boompje ogenschijnlijk op een 2-jarig exemplaar gelijkt en ook wel als zodanig verkocht wordt. Dit is geen bedrog, indien men het aan de kopers mededeelt.