Aspergevlieg, fam. Trypelidae, boor- of fruitvliegen, met donker gevlekte vleugels.
De vliegen verschijnen uit overwinterde puparia in de voorzomer, het vrouwtje zet met de legbuis eieren af in de toppen der aspergescheuten, de larven ontwikkelen zich borend in de stengels, die hierdoor ernstig worden aangetast. Verpopping ondergronds in de stengel in een puparium. Dit insect, in Centr. Eur. zeer algemeen, is pas sedert enkele jaren in Ned. : Limb.) opgetreden. Bestrijding, thans door de wet voorgeschreven, komt neer op verwijdering van alle niet meer gebruikte aspergebedden en het vóór 15 Juni verwijderen van alle aangetaste stengels op percelen die niet gestoken worden. Vóór 1 Dec. dienen alle aspergestengels tot op een diepte van 6 cm afgestoken en verbrand te zijn. DDT-praeparaten kunnen tijdens de vlucht van de vlieg worden toegepast (z. fig. bij Asperge).