Econ. school in Frankr. omstreeks het midden van de 18e eeuw. De p. leerden, dat
alleen de landb. productief was en dat de bodembewerking de bron van alle rijkdom vormde; degenen, die in handel en industrie hun brood verdienden, behoorden tot de classe stérile. We moeten deze opvatting o.m. zien als een reactie op het Mercantilisme en de eenzijdige bevoorrechting van de nijverheid. De p. wilden dan ook geen staatsinmenging; van hen komt de leuze laissez faire, laissez passer. Zij leerden verder, dat de prijzen der goederen niet gedrukt mochten worden, daar dan de prikkel tot grotere voortbrenging zou worden weggenomen, dat de rentestand hoog diende te zijn (want goedkoop geld vloeide toch maar naar de industrie!) en dat belasting alleen mocht worden geheven van de netto-opbrengst van de grond (produit net). De voornaamste aanhanger van deze ideeën was FRANÇOIS QUESNAY.