Regelmatige (straalsgewijs symmetrische) bloem aan een plant, die normaliter tweezijdig symmetrische bloemen voortbrengt. LINNAEUS ontdekte zulke bloemen bij de gele vlasbek en gaf er deze naam aan (peloor = wonder).
Hugo DE VRIES verkreeg door cultuur van deze plant exemplaren, waarvan alle bloemen pelorisch waren. P. komen vooral voor bij Labiatae en Scrophulariaceae; ze treden echter ook in vele andere fam., onder verschillende vormen, op.