Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Oorijzer

betekenis & definitie

(volksk.) Omstreeks het jaar 1600 werd in de stadskledij de kunstig gevouwen, gesteven en vastgespelde hoofddoek met slippen, die de vrouwen droegen, vereenvoudigd tot een kapje, dat om het hoofd sloot. Dit kapje werd versierd door een zilveren band, aan de uiteinden rechthoekig naar beneden gebogen en daar voorzien van een knop.

Deze band met knop was het eerste o. Het werd de hoofdtooi van de vrouwen in het W. deel, de zeekant van Nederland.Het o. ontwikkelde zich in verschillende vormen:

(1) de knop groeide uit tot de boekenstukken of spiralen (Zeel.);

(2) de band groeide uit tot een koperen, zilveren of gouden helm, die het gehele hoofd omsloot (Gron. en Friesl.);

(3) de oude vorm bleef voorn. hetzelfde (in de overige streken).

Pas in de 19e eeuw kwam het gouden o. Bij de Friese vorm behoorde nog een gouden plaat op het voorhoofd met gouden spelden bij de stiften. Op Zon- en feestdagen kwam nog de grote kanten floddermuts over het oorijzer.

In Zeeland werd bij feestelijke gelegenheden ook een gouden plaat op het voorhoofd aangebracht, hetzij links of rechts al naar de vrouw gehuwd of ongehuwd was.

Door boerinnen wordt nu nog het oorijzer gedragen te Staphorst en op de Zeeuwse en Z. Holl. Eilanden, langs de Zuiderzee (Veluwe, ‘t Gooi, Soest) (z. ook Klederdracht).

< >