De m. is een erfelijkheids- en vooral een afstammings- of ontwikkelingstheorie (z. Afstammingshypothese), opgesteld door Hugo DE VRIES.
Volgens de m. zijn gen-mutaties (z. Mutatie) de bron van de erfelijke variabiliteit en leveren ze het grondmateriaal voor de plaatsgevonden hebbende en nog steeds plaatsvindende afstammings- en ontwikkelingsverschijnselen.DE VRIES grondde de betekenis van de m. als afslamrningstheorie vooral op zijn ontdekking van de talrijke bij de teunisbloem (Oenothera lamarckiana) optredende mutaties. Het onderzoek van de latere jaren heeft het bestaan en de betekenis van genmutaties nader vastgelegd, maar daarbij is tevens gebleken, dat juist de bij Oenothera optredende nieuwe vormen grotendeels niet op gen-mutaties, maar op andere mutatietypen berusten (z. Mutatie).