De lonen en andere arbeidsvoorwaarden worden tegenwoordig algemeen bij collectieve arbeidsovereenkomsten (zie C.A.O.) geregeld. De C.A.O.’s voor land- en tuinb. bevatten een algemeen en een bijzonder gedeelte.
Het algemene gedeelte heet m. In het m. worden de arbeiders naar het dienstverband onderscheiden in in vaste, los-vaste en losse arbeiders. Vaste arb. zijn zij, die voor één of meer volle contractjaren worden aangenomen; los-vaste worden wel voor een jaar aangenomen, doch hun werkzaamheden kunnen des winters gedurende ten hoogste 8 weken zonder behoud van loon worden onderbroken. Losse arbeiders zijn zij, die niet tot een der eerder genoemde groepen behoren.Mannelijke arbeiders van 21 jaar en ouder worden volwassen arbeiders genoemd, die van 17 t/m 20 jaar jeugdigen, die van 14 t/m 16 jaar leerlingen. Arbeiders, die ten minste 2 jaar in de landb. werkzaam zijn en de hun opgedragen werkzaamheden op normale wijze kunnen verrichten, heten vakarbeiders; de anderen: ongeschoolden. Arbeidsovereenkomsten met vaste- en los-vaste arbeiders moeten volgens het rn. schriftelijk worden aangegaan (een voorschrift, dat zeer algemeen overtreden wordt). Het m. bevat voorts regelingen voor arbeid op Zaterdagen en op Zon- en feestdagen. Het omschrijft de normale arbeidstijden en de afwijkingen, welke daarvan geoorloofd zijn. Het heeft regelingen voor arbeidsvoorwaarden bij onwerkbaar weer en voor overwerk.
Het m. regelt voorts de loonbetaling bij kort verzuim, alsmede de vacanties en de doorbetaling daarvan. Ook bevat het m. regelingen in geval van ziekte en ongeval. Deze regelingen gaan op sommige punten verder dan de bepalingen van de Ziekte- en Landbouwongevallenwet.
Een pensioenregeling is eveneens in het m. opgenomen. Werkgevers en arbeiders zijn verplicht de bepalingen van Statuten en Reglementen van het Bedrijfspensioenfonds na te leven.
Ten slotte zijn enige regelingen opgenomen voor de behandeling en beslissing van eventueel uit de toepassing van de C.A.O.’s voortvloeiende geschillen. Het m. voor de tuinb. verschilt op ondergeschikte punten van dat voor de landbouw.