(1766-1834) was een Eng. econoom, die zich vooral bekendheid heeft verworven door zijn Essay on the Principle of Population (1798). In dit boek constateert M., dat de bevolking de neiging heeft sneller toe te nemen dan de bestaansmiddelen.
Hij legde deze uitspraak in twee eenvoudige reeksen neer: Als er geen remmen zijn, zal de bevolking toenemen volgens een meetkundige reeks; de bestaansmiddelen daarentegen nemen hoogstens toe volgens een rekenkundige reeks. M. bedoelde deze reeksen slechts ter verduidelijking, geenszins als exacte waarheden. De bevolking wordt dus volgens zijn zienswijze noodzakelijk beperkt door de bestaansmiddelen. Dit zou leiden tot het kwaad en de ellende in de wereld (vice and misery), die M. als repressieve remmen op de bevolkingstoename ziet. In de tweede druk van zijn Essay (1803) wijst hij op wat hij noemt de moral restraint; dit is dan een preventieve rem. M.s boek trok zeer de aandacht.
De moeilijkheid in zijn leer schuilt in het feit, dat hij over de bestaansmiddelen spreekt zonder aan te geven, of hij hiermee het physisch bestaansminimum bedoelt, of dat de levensstandaard er zijn invloed ook op uitoefent. In latere drukken is hij geneigd tot het laatste, maar daardoor verliest de leer veel van haar scherpte. Niet ontkend kan worden, dat een bevolking in staat is zich volgens een meetkundige reeks te vermeerderen, maar belangrijker is de vraag, of zij dit in feite doet. De geschiedenis van de 19e eeuw met de geweldige ontwikkeling van industrie, landb. en internationale handel (ontsluiting van de overzeese productiegebieden) heeft M. met zijn pessimistische kijk in het ongelijk gesteld.