Het wegwaaien van gevallen bladeren kan in het bos een gunstige invloed hebben, omdat daardoor een menging van het strooisel wordt bevorderd. L. kan echter, vooral aan de bosrand, ongunstig zijn, omdat dan op sommige plaatsen al het strooisel wegwaait, en de grond ter plaatse de gunstige invloed van verterend strooisel ontbeert.
Vooral de uitdroging is dan zeer sterk; voorts verarmt de grond erdoor en treedt dus een algemene verslechtering van de grond op.