is een bij uitstek voor de hogeschool geschikt en daar ook veel voor gebruikt paardenras, dat zijn naam dankt aan de stoeterij Lipizza, thans in Joego-Slavië, maar die o.a. ook tot Italiaans en Oostenrijks grondgebied heeft behoord.
Ze hebben een edel hoofd, wat hun verwantschap met de Arabieren aanduidt, hoewel de neus soms iets opgebogen is. De schoft is niet hoog, de borst breed, de rug vrij lang. Spronggewrichten zijn breed en correct gebouwd, de hoeven zijn best. Ze hebben een rustig temperament, zijn uitgesproken laatrijp, de gangen zijn hoog. De meeste l. zijn schimmels. Buiten Lipizza komen ze vooral voor in Oostenrijk, Hongarije, Italië en de Balkan.