Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Landschapsstijl

betekenis & definitie

Parken in l. zijn aangelegd, over de gehele wereld, van 1830 tot in de 20e eeuw. Na de sentimentaliteit van de romantiek is men gaan zoeken naar een parktype met grotere ruimten, waarin de mens zich in een fraai natuurlijk landschap zou wanen.

Nadat een tijdlang BROWN het had gezocht in het verspreiden van kleinere en grotere boomgroepen over een terrein, omgeven door een bosgordel, waardoor de hoofdwegtracés zich slingerden, vond REPTON meer bevredigende oplossingen door zich sterk aan te passen bij het bodemreliëf en zich te inspireren op het grazige landschap van de Z.Eng. rivierdalen, omgeven door de beboste heuvels. Dit Eng. landschapspark, in wezen dus een rivierlandschap, zoals in Ned. langs de Oude IJsel, de Brabantse stroompjes, de Geul, enz., is overal geïmiteerd. De open ruimten er in (gazons) zijn gewoonlijk ongeveer elliptisch van begrenzing; strenge symmetrie wordt vermeden, men werkt met boomcoulissen; in plaats van assen treden doorkijken van de ene ruimte in de andere, die gewoonlijk niet recht in elkaars verlengde liggen. de wegen en paden zijn gebogen, doch zo min mogelijk zichtbaar in de grote ruimten, die zij dus dwars doorsnijden.De l. leverde grote moeilijkheden bij toepassing op kleine terreinen (villatuin) en heeft daar dan ook geheel afgedaan (vermicellistijl). Doch ook voor grotere parken zoekt men reeds lang naar vormen, die meer beantwoorden aan de nieuw ontstane recreatiebehoefte en minder eenzijdig rivierlandschap zijn, waar b.v. naaldhout niet in harmonieert. D.w.z. het zoeken is naar parktypen, die aan andere natuurlijke gegevens en menselijke behoeften uitdrukking geven.

In Ned. zijn de ZOCHERS en SPRINGER de grote vertolkers geweest van het Engelse landschapspark (vgl. Cottagestijl).