Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Ladang

betekenis & definitie

(Indon.) Hieronder verstaat men de niet-permanente bouwvelden van de Indon. bevolking, welke uit woeste grond, begroeid met bos, kreupelhout, gras of anderszins, wordt ontgonnen. De l. wordt gedurende 1 of enkele jaren bebouwd, om vervolgens, na achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid ( door snelle daling van het humusgehalte onder de invloed van het tropenklimaat) te worden verlaten.

De l. wordt gewoonlijk niet eerder wederom in gebruik genomen dan na enige jaren, waarin de oorspronkelijke begroeiing en daarmede, de bodemvruchtbaarheid zich geheel of gedeeltelijk heeft hersteld.De ladangbouw is een in Indon., vooral in de buitengewesten, zeer belangrijke vorm van landb. De oorspronkelijke begroeiing wordt gekapt en afgebrand, waarna gewoonlijk met de pootstok een gewas wordt ingezaaid, dat tijdens de groei 1 of 2 maal wordt gewied. Na 1 tot 3 oogsten wordt de l. verlaten. Deze vorm van niet-permanente landb. dient in de eerste plaats voor de productie van voedselgewassen, doch werd tevens de grondslag voor de aanleg van overjarige bevolkingscultures, als klapper, koffie, rubber, e.d. Deze overjarige gewassen worden tussen de voedselaanplant in de grond gebracht. Zij worden na het staken van de voedselverbouw aan hun lot overgelaten tot zij het productieve stadium bereiken. Daarna worden zij in exploitatie genomen, waarbij gewoonlijk enig onderhoud wordt gepleegd.

Deze vorm van landb. kan, zolang de bevolkingsdichtheid gering is en een grens van ca 50 zielen per km2 niet overschrijdt, gewoonlijk zonder ernstige gevaren voor het bodemkapitaal (erosie!) worden gehandhaafd. Overschrijdt de bevolkingsdichtheid bedoelde grens, dan zal successievelijk steeds vlugger op de verlaten oude l. moeten worden teruggekeerd, waardoor de regeneratie van de begroeiing en het bodemherstel onvoldoende plaats kunnen hebben en verliezen door erosie belangrijker worden. Wanneer in deze gevallen omzetting in permanente landb. te traag verloopt, kunnen de gevolgen voor het betrokken gebied en de bevolking noodlottig zijn. Dit probleem, bekend als het ladang-vraagstuk, heeft sedert 1930 zeer veel aandacht gekregen van de zijde der betrokken overheidsdiensten. de overgang naar permanente landb. d.m.v. terrassering, helling-vastlegging, contourbouw, en toepassing van groenbemesters of stimulering van het herstel van bos of bloekar (secundaire opslag) werden overal gepropageerd. In het door de Indon. regering opgestelde Bijzondere Welvaartsplan 1949 is aan dit vraagstuk speciale aandacht geschonken.

Lit.: J. A. VAN BEUKERING, Het Ladangvraagstuk, Mededeling No 9 Dept. v. Econ. Zaken, Batavia, 1947.

< >