is het onttrekken van geldmiddelen aan consumptieve besteding met het doel om grond, arbeid en kapitaalgoederen samen te brengen ten einde nieuwe kapitaalgoederen te scheppen; hiermee kan men dan vervolgens de productie van consumptiegoederen ter hand nemen (z.g. omwegproductie). K. is buitengewoon nuttig, omdat het de uiteindelijke productie verhoogt.
De belangrijkste vormen, waarin k. kan geschieden, zijn besparing door particuliere huishoudingen en het inhouden van winsten door de ondernemingen zelf (z.g. interne financiering). De hierdoor vrijgekomen middelen vormen de beschikkingsmacht, waarmee men grond, kapitaalgoederen en arbeid tot zich kan trekken en de omwegproductie ter hand kan nemen.