is bestemd voor de opfok van kalveren. De samenstelling dient afgestemd te zijn op de voedermiddelen, die naast dit meel worden verstrekt.
Wordt het kalf met ondermelk groot gebracht aangevuld met k., dan moet dit meel eiwitarm (10-11% verteerbaar ruweiwit) zijn; verstrekt men *wei dan kan het matig eiwitrijk zijn (14-14,5% vre). Naast water of volle melk moet eiwitrijk meel (in het laatste geval in kleinere hoeveelheden) met 17 -18% vre worden verstrekt. De laatste tijd wordt k. tot korrels verwerkt; kalverkorrels; hierdoor wordt het morsen sterk tegengegaan.