Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Jachtrecht

betekenis & definitie

Het j. in een bepaald gebied of op bepaalde gronden behoorde in de oudste tijden aan de stam of clan en komt in die vorm thans nog voor bij primitieve volkeren. In de Middeleeuwen behoorde het j. geheel of gedeeltelijk aan de vorst en uit die tijd dateert nog de indeling in hoogwild (voor de vorst), middelwild (voor de vazallen) en klein wild (voor de lagere klassen).

Naarmate de maatschappij democratischer werd, werd het j. meestal verbonden aan de eigendom van de grond. De grondeigenaar kan zich dat recht, bij verpachting of verhuur van zijn grond, voorbehouden. Het j. op het z.g. vrije staatsdomein mag vaak uitgeoefend worden door een ieder, die een jachtacte bezit.