(volksk. )
Te Zieuwent worden de dienstboden bij hun entree in het nieuwe huis met water gegooid; dit heet Natte Basen. Ook in Westerwolde werden de nieuwe dienstboden eerst natgegooid; ze waren pas veilig als ze onder de schoorsteenmantel wisten te komen (z. Haal). HEUVEL vermeldt voor de Achterhoek hetzelfde gebruik; ook daar is de nieuweling vrij, zodra hij de haal heeft aangeraakt. Te Oosterhesselen werd de nieuwe meid of knecht begroet met een emmer vol water. Eveneens in Salland. SCHRIJNEN erkende al deze gewoonten als een overgangsgebruik (rite de passage:, dus als een vorm van inwijding in de nieuwe staat.