Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Interferentiekleuren

betekenis & definitie

Terwijl men bij interferentie van monochromatisch licht (d.w.z. van één kleur) afwisselend donkere en lichtere gebieden verkrijgt zonder dat een verandering in kleur (golflengte) optreedt, komen bij de interferentie van wit licht i. te voorschijn. Deze zijn een gevolg van het feit, dat het licht van bepaalde golflengten uitgedoofd of verzwakt wordt.

De met deze golflengte corresponderende kleuren verdwijnen geheel of ten dele uit het witte licht, waardoor de complementaire kleur overblijft. I.h.a. zijn i. waar te nemen bij dunne doorzichtige laagjes. Bij dikkere lagen vindt uitdoving voor verschillende golflengtegebieden gelijktijdig plaats, waardoor een meer gelijkmatige verzwakking van het licht over het gehele spectrum optreedt. Zeer bekend zijn de i. van dunne oliehuidjes op water, waarbij men verschillende kleuren waarneemt, afhankelijk van de richting waarin men op het huidje kijkt. Voorts de i. van zeepvliezen, waarbij men de invloed van de dikte zeer fraai kan waarnemen bij het opblazen van een zeepbel; hierdoor wordt het vlies nl. dunner. De felle kleuren van de vleugels van verschillende insecten (vlinders) zijn eveneens ten dele een gevolg van interferentie.

< >