Van oudsher werd uit bepaalde streken veel hooi verkocht naar de steden en naar streken, waar gebrek was aan hooi. Bekende centra van h. waren de Langstraat in N.
Brab. en W. Overijsel met inbegrip van het Kampereiland. Het hooi werd door de handelaren in balen geperst en in die toestand verzonden. De h. heeft veel van zijn betekenis verloren, doordat er enerzijds in de steden veel minder paarden worden gehouden, waardoor er daar minder vraag naar hooi is, terwijl anderzijds de drooglegging van streken, welke vroeger alleen geschikt waren om te hooien, veel is verbeterd. Daardoor konden in die streken normale weidebedrijven worden gesticht, welke geen overschot aan hooi hebben.