Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Heidegrond

betekenis & definitie

Sterk gepodsoleerde, arme zandgrond, die langdurig met heide begroeid is geweest. De heide- en ook de bosbesbegroeiing oefent een verzurende en uitlogende invloed uit op de bodem, waardoor een heidepodsolproficl ontstaat.

De meest uitgesproken h. vindt men op grove dekzanden en slibarme fluvioglaciale en preglaciale zanden. Men onderscheidt lage. middelhoge en hoge h. resp. met een laag, middelhoog en hoog heidepodsolprofiel. Indien deze h. worden ontgonnen spreekt men van heideoutginningsgronden, welke meestal gekenmerkt zijn door bijmenging van loodzand in de bouwvoor, terwijl in de oude de oerbank veelal plaatselijk nog aanwezig is. Bodemk. worden deze gronden ingedeeld naar hun vochthuishouding, in het bijzonder naar hun ligging boven het grondwater. Op de hoge en middelhoge h. overheerst de struikheide, op de lage h. de dopheide en gagel. Deze begroeiing wijst reeds op uiteenlopende bodemk. omstandigheden.