Cricetus cricetus NEHR, fam. Muridae, komt in Ned. alleen in Z.
Linib. voor. Het dier lijkt wel wat op een marmot. De vacht is glanzend en vierkleurig bont, met veel kleurvariaties. De rugzijde en de staart zijn roodachtig geel- en grauwbruin, kop en zijden rossig, buikzijde donkerder dan de rug, vrijwel zwart, behalve de witte strepen tussen de voorpoten. De wangen, schouders, de vlekken achter de voorpoten en streepjes achter de oren zijn geel, de randen om de lippen, oren, snuit, keel en voeten zijn wit. De bouw is plomp ; korte poten en korte, dicht behaarde staart. Lichaamslengte 20-30 cm, staart 3-6 cm.Het voedsel is voorn, plantaardig: graan, vruchten, peulvruchten, wortels, knollen enz., ook wel insecten, slakken, hagedissen en kleine zoogdieren.
Het dier is nogal agressief. Het heeft 2 grote wangzakken. Het aanleggen van voorraden (hamsteren) geschiedt gedurende het gehele jaar. Deze wintervoorraden kunnen zeer groot zijn (6-25 kg). Zij bouwen een vrij grote woning en een gangenstelsel (ca 60 cm diep) onder de grond (aardwolf). Het dier houdt een winterslaap, die soms al in Oct. begint. Ze komen in Febr. Mrt naar buiten. Het dier werpt in de regel tweemaal per jaar; iedere worp bestaat uit 6 tot 18 jongen. De h. kan zeer schadelijk zijn voor de landbouw.