Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Grasmaaimachine

betekenis & definitie

Machine om gras, klaver e.d. en graan te maaien. De g. bestaat uit een frame op 2 wielen, waaraan zich meestal rechts clc maaibalk bevindt, bestaande uit een vingerbalk, waarin het snijmes heen en weer gaat.

Het snijmes wordt gevormd door een mesrug, waarop een aantal trapeziumvormige mesplaatjes zijn geklonken. liet gewas wordt gesneden of eigenlijk geknipt tussen de snijkant van het vingerplaatje en van het mesplaatje. Beide loopwielen drijven het mes aan m.b.v. een tandrad-overbrenging en een drijfstangkrukmechanisme. Voor het kort draaien zijn beide loopwielen voorzien van een vrijloop. De snij breedte gaat van 3½ tot 7 voet. Benodigde trekkracht: 1 of 2 paarden of een lichte trekker. Een veel toegepaste constructie is een maaibalk aan een trekker. Deze wordt opzij van de trekker tussen voor- en achterwielen of achter de achterwielen gemonteerd. Het mes wordt in beide gevallen aangedreven door de aftakas of door de riemschijf via een veiligheidskoppeling.

Op een g. komen 4 bedieningshandles voor:

1. een grote handle voor het geheel opheffen van de maaibalk; de mes-aandrijving wordt daarbij automatisch ontkoppeld;
2. een kleine handle voor het kantelen van de maaibalk om zijn lengte-as, waardoor de maaihoogte wordt veranderd;
3. een voetpedaal, waardoor de maatbalk in een tussenstand wordt opgelicht, b.v. om over een obstakel te gaan of bij het keren op de wendakker; het mes blijft hierbij in beweging;
4. een kleine voet- of handhefboom voor het in- en uitschakelen van de mesaandrijving. Deze hefboom wordt gebruikt als er proppen uit de vingerbalk moeten worden verwijderd en voorkomt verwondingen (vgl. Maaimachines).

< >