Hieronder verstaat men de vormveranderingen, die een dier tijdens het leven kan vertonen. Het mooiste vb. kennen wij bij de insecten.
Uit het ei ontwikkelt zich een wormachtig dier, dat larve, rups of made genoemd wordt. Deze larve groeit totdat een zekere grens bereikt is. Dan trekt zij zich tezamen en omgeeft zich met een huid, waarbij zij in niets meer op de larvetoestand lijkt. Zij gaat hierbij over in een toestand van rust, waarin zij vaak overwintert, en heet dan pop. Binnen de pophuid ontwikkelt zich dan het insect in zijn definitieve vorm. Is deze vervorming tot stand gekomen, dan barst de pophuid open en het insect verlaat zijn woning om zich in de natuur vrij te bewegen, te paren en eieren te leggen. Hiermede is dan de kringloop gesloten.