Dunne plaat van een fraaie houtsoort, die gebruikt wordt om op een goedkope, meestal zachtere soort te lijmen, waardoor deze het aanzien krijgt van de kostbare soort. F. wordt vooral in de meubelindustrie en voor betimmeringen toegepast.
Doel is besparing van het duurdere materiaal en vermindering van het werken van het hout, waartoe men dan als onderlaag (z.g. blindhout) een weinig werkende soort bezigt. Dit behoeft geenszins minderwaardig werk te leveren. Van velewortelhoutsoorten laten zich trouwens geen massieve meubelen vervaardigen.
Men onderscheidt: gezaagd, gesneden en geschild fineer. Het laatste, waarbij een stam tegen een mes als het ware wordt afgerold, geeft grote lengten en wordt gebruikt in de triplex- en multiplex-industrie.