Bedrijf waar eenden worden gehouden voor het maken van winst. Oorspronkelijk werden de meeste eenden gehouden in N.
Holl. en in Friesl. de cenden zochten zelf een groot gedeelte van het benodigde voedsel in sloot en plas. Wijziging kwam omstreeks 1920, toen witte loopeenden werden geïmporteerd, die niet op water waren aangewezen. Deze eenden hadden alleen wat water nodig om te drinken en om te baden. Loopeenden gaven een aanzienlijk hogere productie dan de inheemse N.Holl. spreeuwkoppen.De e. verplaatste zich voor een groot deel van N. Holl. naar Harderwijk, Ermelo en omgeving. In deze streek worden momenteel 75% van alle eenden gehouden. Hier waren goedkope terreinen beschikbaar met een grondsoort, welke uitstekend geschikt is voor het houden van eenden. Ondermaatse vis uit het IJsselmeer voorzag in de behoefte aan eiwit.
De loopeend is inmiddels vervangen door de Khaki-Campbell, een ras dat in Eng. werd gevormd. Het is in Ned. verbeterd en dit ras is heden het beste, zowel wat betreft productie als resistentie tegen ziekten. De leg is hoog; van jonge eenden ca 330 eieren per jaar. 99 % van de huidige stapel bestaat uit Khaki-Campbell. Deze is op een leeftijd van maand legrijp. Er wordt vroeg in het voorjaar gebroed (Jan. Mrt). Het broeden geschiedt geheel machinaal. De broedtijd is 26 à 28 dagen. Direct na het uitkomen worden de eendjes gepurpt, d.w.z. het geslacht wordt vastgesteld. Dit werk verricht de eendenhouder zélf; woerdjes worden alleen aangehouden, voorzover ze voor de fokkerij nodig zijn. De jonge eendjes worden bij kunstmatige warmte grootgebracht.
Van enige betekenis is ook het opfokken van slachteenden. Men gebruikt hiervoor Peking-eenden, die op een leeftijd van ca 2 maanden geslacht worden. Ze kunnen dan een gewicht van ruim 2,5 kg bereiken. Ook het dons wordt gebruikt. Naast een enkel bedrijf, dat zich hiermede speciaal bezig houdt, worden slacht-eenden op dezelfde bedrijven gehouden als leg-eenden.