Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Dioscorea

betekenis & definitie

(igname, yam), fam. Dioscoreaceae.

Het gesl. D. levert klimplanten met knollen (soms van meer dan 20 kg), welke overal in de tropen tot volksvoedsel dienen. Een voordeel is. dat ze behalve zetmeel, belangrijk meer eiwit bevatten dan b.v. cassave en bataten (nl. 4 12% ruw eiwit). D. worden in Indon. het meest in droge streken geplant. In de O. moesson sterven de bovengrondse delen af; in de W . moesson lopen de knollen opnieuw uit. In trop. Am. worden ze yam genoemd. Men onderscheidt in Indonesië:

(1) D.aculeata L., gembili. Overblijvende, rechtswindende klimplant, waarvan de behaarde. rolronde stengels sterke stekels dragen. Zeer veel aangeplant tot ca 700 m boven zee. Vermeerdering door kleine knollen of topstukken van de grotere. Begin van de oogst na 8 maanden. Deze knollen veroorzaken, ongekookt, keelontsteking en hebben gekookt een ketan-smaak.

(2) D.alata L., oebi of oebi manis. Overblijvende, linkswindende, ongedoornde klimplant met vierhoekige stengels. Dit gewas is zeer variabel, ook wat de knollen betreft. Vermeerdering als de vorige. Knollen niet giftig. Hebben gekookt een bras-smaak. Vormt ook luchtknollen, welke gekookt gegeten worden. Dit is in Z. Am. de yam bij uitstek.

(3) D.bulbifera L., oebi singapoer. Overblijvende, rechtswindende klimplant met rolronde, ongestekelde stengels. Komt meer in het wild voor, doch ook als erfgewas. Rauwe knollen worden giftig geacht, niet de lucht- of okselknollen.

(4) D.hispida DENNST., gadoeng. Overblijvende, rechtswindende klimplant, met rolronde, al of niet gestekelde, behaarde stengels. De knollen zijn giftig en moeten eerst een speciale behandeling ondergaan. Worden gaarne gebakken, als lekkernij, gegeten.

(5) D.pentaphylla L., oebi pasir. Rechtswindend, al of niet gestekeld. Komt in het wild voor. De knollen zijn niet giftig (z. ook Erfcultuur). Verscheidene van deze D. worden ook in Congo door de bevolking op kleine schaal geteeld. Er bestaan daar nog een groot aantal inheemse soorten: b.v. D.dumetorum PAX, D.abyssinica HOCHST., D.colocasiifolia PAX, D.armata DE WILD.. de jaarlijkse productie van Congo en Ruanda-Urundi bedraagt ca 200.000 t knollen. Het belang van deze gewassen was eertijds veel groter. Om een voldoende afwisseling in het inlands menu te bewaren wordt propaganda gemaakt ten gunste van deze cultuur.

< >