Werktuig bestaande uit een ijzeren raam op 3 of 4 wielen. In het raam zitten een aantal verende of stijve tanden, die aan de onderkant voorzien kunnen worden van verschillende soorten beitels of scharen.
Door het raam t.o.v. de wielen te laten zakken komen de tanden in de grond. Het werk van een c. komt overeen met dat van een eg, maar het aantal tanden is kleiner. Daarbij zijn deze veel breder dan die van een eg. De sleep-c., waarbij de tanden in een slederaam zijn gemonteerd, heeft geen wielen; daarbij wordt de diepte geregeld door draaiing van de assen waaraan de tanden bevestigd zijn.Men heeft paarden-c. en trekker-c. De trekker-c. heeft meestal 2 wielen; de tanden zijn groter en steviger dan die van de paarden-c. Er zijn ook uitvoeringen zonder wielen, waarbij de tanden aan een frame zitten, dat aan de hefinrichting van de trekker is bevestigd en waarmee men ook de diepte regelt.