of kresol = hydroxytolueen, C7H8O. De 3 isomere kresolen komen naast elkaar voor in steenkolenteer en in houtteer.
Bij destillatie daarvan worden ze met andere bestanddelen in één der hoogkokende fracties (zware teerolie, creosoot) aangetroffen.Het zijn als carbol riekende kleurloze stoffen, smp resp.: 30°, 11 °, 35,5°; kp. 190°. 202°, 201°; alle zijn slecht oplosbaar in koud water, goed in alcohol en in aether. De c. geven met sterke basen in water oplosbare zouten en stemmen ook in vele andere opzichten met carbol (= phenol) overeen. Evenals carbol zijn het desinfectantia; c. zijn echter voor de mens minder giftig (z. Creoline, Creosoot).