Een verlamming van de stembanden bij paarden, als gevolg van een aantasting van de zenuwen, die naar de stembanden gaan. Verschillende omstandigheden kunnen deze aantasting veroorzaken, zo b.v. vergiftigingen (o.a. met lood) of infectieziekten als goedaardige droes, borstziekte e.a.
In vele gevallen zal, als deze ziekten genezen zijn, een herstel van het proces in de zenuwen optreden en gaan ook de stembanden weer normaal functioneren.
In andere gevallen blijkt, dat ook na herstel van de infectieziekten de c. blijft bestaan. Dit is vrij zeker een gevolg van de erfelijke aanleg van het paard. C. is dus nooit aangeboren, maar berust wel mede op een erfelijke grondslag. Dekhengsten met c. worden daarom afgekeurd. Om c. vast te stellen laat men het paard zich (link inspannen. Bij enige ademnood ontstaat dan een eigenaardig piepend geluid bij de inademing. Door een operatie is het mogelijk het cornage-geluid en de benauwdheid weg te nemen.