Teeltwijze, waarbij twee (eventueel meer) gewassen gezamenlijk verbouwd worden, zodanig dat de beide plantensoorten niet door elkaar maar naast elkaar staan, zodat ze afzonderlijk verpleegd en geoogst kunnen worden.
(Bij een mengculture wordt het mengsel als één gewas behandeld en geoogst.) C. kan vooral van betekenis zijn, wanneer het ene gewas zijn volle ontwikkeling heeft op een tijdstip dat het andere nog weinig ontwikkeld is ofwel reeds over zijn grootste bïadontwikkeling heen is, b.v. blauwmaanzaad + stam- of sojabonen; erwten + mais; conserve-erwten + wortels.
In sommige gevallen kan het snelst opgroeiende gewas ook een zekere bescherming tegen wind en koude geven.
C. leent zich slecht voor de massale bewerkings- en oogstmethoden van de grote akkerbouw en wordt dan ook voorn, aangetroffen op het kleine bedrijf en in de tuinb., waar het er op aankomt de beschikbare oppervlakte grond zo volledig mogelijk te benutten.