Gesl. behorend tot de Fungi imperfecti en gekenmerkt door kleine eencellige kleurloze conidiën. Vele soorten zijn schadelijk voor de cultuurgewassen.
Het meest bekend is C. lindemulhiamm, de veroorzaker van de vlckkenziekte van de boon (Phaseolus). Op de bladeren hoekige bruine vlekken, op de peulen donkerbruine ingezonken vlekken (anthraenose). De ziekte gaat met het zaad over. Scherpe selectie van het zaad en bespuiting van het gewas met koperhoudende middelen houdt de ziekte binnen de perken. Het kweken van resistente rassen wordt bemoeilijkt door het optreden van physiologische rassen. In de belangrijkste koffiegebieden wordt C. coffeanum vermeld in verband met instervingsverschijnsclen aan de primaire takken der kofficheesters (‘die back’, ‘anthracnose’, ‘nilgiri disease’), hel optreden van bladvlekken en het verwekken van zwarte verkleuringen op bes en boon (‘black berry’, ‘Coffee berry discase’). Er zijn sterke aanwijzingen voor het optreden van physiologische rassen.