Omstreeks 1915 werd ontdekt, dat van de kalksteenrotsen, door H. C.
BUNING te Cheribon op kalk ontgonnen, cen deel onbruikbaar was en bij het blussen als blauwe knollen (keien) overbleef. Deze bleken geen calciumcarbonaat maar kalkfosfaat te zijn. Verder onderzoek leidde tot ontdekking van bepaalde oppervlaktelagen, meters dik, bestaande uit genoemd fosfaat tot boven 80%. Later vond men elders op Java ook fosfaat. Het ontstond naar alle waarschijnlijkheid uit ‘excrementen van zeevogels, nestelende op uit zee opgerezen koraalkalk-banken in het Tertiaire tijdperk, toen Java als geheel eigenlijk nog moest geboren worden. Het fosfaat wordt nu gewonnen en gemalen en als meststof gebruikt.