(1) (Ned.) Sinds de middeleeuwen heten polders, waarvan de onderhoudskosten voor waterkering en oeververdediging (z. Dijkval) meer bedragen dan de polder kan opbrengen c.p..
Polders kunnen in Ned., in het belang van het behoud van de waterkering voor een groter gebied, volgens de Wet op de C.P. van 1870 calamiteus verklaard worden. Dan wordt een apart dijkbestuur gevormd voor de calamiteuze dijk, waaraan de c.p. hoge bijdragen moet leveren. Bovendien dragen de achterliggende polders in het onderhoud van de dijk bij. De rest wordt voor ⅔ door het rijk en voor ⅓ door de provincie jaarlijks aangevuld. C.p. komen in Xed. alleen in Zeeland voor.(2) (België) de art. 1 tot en met 18 van het Keizerlijk Decreet van 28 dec. 1811, dat nog van kracht is, regelen de c.p. Door deze art. worden de Oost Vlaamse polders in zes arrondissementen ingedeeld. Alle polders gelegen binnen de omschrijving van een dgl. arrondissement moeten bijdragen in de onderhoudskosten van de c.p. van dezelfde omschrijving. De gevallen waarin een polder calamiteus verklaard kan worden, zijn beperkenderwijze in het Decreet opgesomd.
De te volgen procedure tot het bekomen van het hulpgeld is als volgt vastgelegd:
a) Aanvraag te richten tot de bestendige deputatie van de provinciale raad;
b) Advies van de directie van bruggen en wegen;
c) Beslissing getroffen bij besluit van de algemeen bestuurder van bruggen en wegen;
d) Vaststelling van het bedrag van het hulpgeld en verdeling ervan onder de overige polders van het arrondissement.