komen voor in de twaalfvingerige darm (duodemum). Zij zijn genoemd naar de ontdekker.
Ze liggen zeer diep in het darmslijmvlies. Het aantal loopt uiteen bij de verschillende diersoorten: onze huisdieren bezitten er zeer vele. Deze klieren scheiden het darmsap af, met de daarin voorkomende enzymen, o.a. erepsine dat van belang is bij de eiwitafbraak.