Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Klieren

betekenis & definitie

1. (dierk.) K. zijn organen, die een product uitscheiden.

Dit product wordt soms rechtstreeks aan het bloed afgegeven. In dat geval heeft men te maken met k. met interne secretie (z.o.). In andere gevallen wordt het product aan de oppervlakte afgegeven, vaak via een afvoerbuis (speeksel-k., zweet-k., melk-k.). Soms zijn k. zeer eenvoudig gebouwd en bestaan ze uit een cel, die zich tussen de epitheelcellen bevindt, zoals de slijm-k. in de maag- en darmwand of in de luchtpijp.Bij deze k. wordt het product op twee manieren gevormd, nl. óf doordat de gehele inhoud van de kliercel wordt afgegeven, waarbij de wand van de cel dus wordt doorbroken (acineuze k., b.v. de smeer-k. van de huid, de melk-k.) óf het product gaat door de intacte kliercelwand heen ( tubuleuze klieren, b.v. de zweet-k., de maagsap-k.).

Een m.o.m. aparte plaats nemen de lymphe-k. in, die overal in het verloop van de lymphbanen voorkomen en die eigenlijk bestaan uit ophopingen van eenvoudig gebouwde cellen, de lymphecellen, die aan de lymphebanen worden afgegeven. Verder werken de lymphe-k. als filters, die in staat zijn bepaalde sloffen en speciaal bacteriën tegen te houden, wat van veel belang is bij de strijd tegen infecties. De milt kan men ook als een grote lymphe-k. beschouwen, die grote aantallen lymphecellen in de bloedbaan kan storten. Deze lymphecellen kunnen uit de haarvaten in de weefsels dringen en eventuele schadelijke bestanddelen opruimen, om dan via de lymphebaan weer in de lymphe-k. te komen. Gaan de lymphecellen hierbij te gronde en hopen zich dgl. afgestorven cellen op, dan ontstaat etter.

Klieren van interne secretie. De voornaamste zijn: de hypophyse of hersenaanhangsel, de schildklier, de bijnieren en de thymus of zwezerik. De producten, die zij afscheiden noemt men hormonen. De hypophyse, ook bekend als het hersenaanhangsel, is een kleine, rondachtige k., die onder de hersenen is gelegen. Het hangt aan een vrij dunne streng aan de hersenen, goed beschermd door een der beenderen, die de bodem van de schedel vormen. Het vormt een groot aantal hormonen, waarvan er tegenwoordig 8 bekend zijn.

De schildklieren zijn links en rechts aan het begin van de luchtpijp direct achter het strottenhoofd gelegen. Zij hebben bij de grote huisdieren de grootte van een klein ei, een glad oppervlak en zijn paarsbruin van kleur. Het schildklierhormoon beheerst speciaal de groei van het lichaam en zijn organen.

De bijnieren zijn iets puntvormige organen, die boven de nieren zijn gelegen en die voorn. uit een uitwendig en een inwendig gedeelte zijn opgebouwd, de schors en het merg, die ieder een belangrijk hormoon produceren. Het schorshormoon, de cortine, is noodzakelijk voor de instandhouding van het leven. Het merghormoon heet adrenaline, dat o.a. grote invloed op de werking van het hart uitoefent.

De thymus of zwezerik (soms ook borstklier genoemd) bestaat uit twee lobben en ligt voor in de borstholte nog voor het hart en treedt gedeeltelijk buiten de borstholte langs het onderste deel van de luchtpijp. Op zekere leeftijd, samenhangend met de tijd, waarop de dieren geslachtsrijp worden, degenereert de k. meestal tot een klein lichaampje, dat vermoedelijk geen betekenis meer heeft. De werking van het thymushormoon is nog vrijwel onbekend. Alleen weet men, dat het invloed uitoefent op de groei van het jeugdige individu.

Ten slotte is er een groep gemengde k., die ten dele gewone k. zijn en ten dele k. van interne secretie. Hiertoe behoren de buikspeekselklier en de geslachtsklieren. Het hoofdproduct (spijsverteringssap, resp. eieren en zaad) wordt afgevoerd door een afvoergang. De hormonen worden direct in het bloed opgenomen.

De buikspeekselklier of pancreas is voor in de buikholte gelegen tegen de twaalfvingerige darm, het duodenum, aan. Het is een vrij grote, platte klier van losse, kwabbige bouw. Naast haar hoofdproduct, het buikspeeksel, dat wordt afgevoerd door een buis, die in het duodenum uitmondt, produceert zij ook een hormoon, de insuline. Deze stof is thans algemeen bekend door zijn praktisch afdoende werking bij het bestrijden van de anders tot de dood voerende suikerziekte.

De geslachtsklieren, eierstokken en teelballen (z. Uro-genitaal apparaat), zijn beide zeer belangrijke organen van interne secretie, die voorzover thans bekend ieder voor zich twee hormonen afscheiden. Deze oefenen vooral invloed uit op de vruchtbaarheid, maar ook op de algemene toestand van het individu. D. L. BAKKER / TH. DE GROOT

2. (plantk.) Ook in de plantk. verstaat men onder een k. een orgaan dat met de vorming en afzondering van een bepaalde vloeistof is belast: het is dus een (kleinere of grotere) groep van cellen of wel een weefsel, gekenmerkt door een bepaalde secernerende (afscheidende) functie. De afscheidingsproducten worden óf naar buiten afgevoerd (excreten) óf zij blijven inwendig, hetzij in de kliercellen zelf of in daarvoor bestemde holten (secreten). Vb. van excreten zijn de nectar, afgescheiden in honingklieren, de verteringssappen van vleesetende planten, b.v. zonnedauw en de kleverige stoffen, die de knopschubben van vele houtgewassen afscheiden. Secreten zijn hars en gom, aetherische oliën van Rutaceae (b.v. in de citroenschil), het gele secreet van winterwortels, enz. Naar de vormingswijze onderscheidt men schizogene k., waarbij een intercellulaire holte ontstaat door het uiteenwijken van de celwanden, nadat de middenlamellen zijn opgelost; en schizolysigene, waarbij cellen, die een intercellulaire holte ontgeven, in het secreet opgaan en verdwijnen. Verschillende klierproducten zijn uit een technisch oogpunt van groot belang.