Brede jaarringen vertonend, een kenmerk van hout, dat snel gegroeid is.
De breedte van de jaarringen is van grote invloed op de eigenschappen van het hout en bepaalt daardoor mede de meer of mindere bruikbaarheid voor verschillende doeleinden. Bij naaldhoutsoorten heeft het in het voorjaar gevormde hout dunnere wanden en is dus minder sterk dan het in de zomer gegroeide. Bij snelle groei neemt de breedte van het voorjaarshout verhoudingsgewijze meer toe dan die van het zomerhout; breedringig naaldhout zal dus minder sterk zijn dan smalringig.
Hetzelfde is, hoewel in veel mindere mate, het geval met verspreidporig loofhout. Bij kringporig loofhout, zoals eik en es daarentegen, neemt bij snelle groei het zomerhout meer in breedte toe dan het voorjaarshout (de zone met de grote vaten). Hiervan zal breedringig hout dus sterker zijn dan smalringig. Dit alles geldt binnen bepaalde grenzen: bij zeer smalle en zeer brede jaarringen treden afwijkingen van deze algemene regel op.
Hout met een gelijkmatige jaarringbouw wordt het hoogst gewaardeerd; voor muziekinstrumenten geven smalle, gelijkmatige jaarringen de mooiste klank (Duits = Klangholz). Het langzaam gegroeide Spessart-eikenhout, hoewel minder sterk, dankt zijn vermaardheid voornamelijk aan de regelmatige bouw.
De meeste houtsoorten groeien het snelst in de jeugd en hebben dus nabij het hart brede jaarringen, verder naar buiten worden die smaller en in de regel ook gelijkmatiger, zodat dit hout van betere kwaliteit is dan het dichtst bij het hart gelegene.