is een houten of metalen instrument voor het meten van diameters van bomen. Ze beslaat uit een meetliniaal van rechthoekige of trapeziumvormige doorsnede, voorzien van een indeling in mm’s, cm’s of veelvouden van mis.
Aan het ene uiteinde is een vast been verbonden en wel zodanig, dat de binnenkant van het been rechthoekig staat op de meetliniaal boven het nulpunt der schaalverdeling. Het andere been is langs de meetliniaal verschuifbaar en daarvan komt de binnenkant bij het aandrukken tegen de stam eveneens loodrecht op de meetliniaal te staan, waar men dan de diameter kan aflezen. De benen van een klem moeten iets langer zijn dan de helft van de dikste te meten stam.