noemt men de groepen van bomen van een opstand, ingedeeld naar hun deelname in het kronendak ten behoeve van de dunning. Hierbij zijn twee hoofdgroepen te onderscheiden nl. de heersende bomen (hoofdopstand) en de beheerste bomen {bijopsland). de heersende bomen kunnen naar KRAFT verder onderverdeeld worden in overheersende bomen, met zeer zware kronen, heersende bomen met goed ontwikkelde kronen en medeheersende bomen met zijdelings samengedrukte kronen.
De beheerste bomen zijn nader onderscheiden in achterblijvende bomen, onderdrukte bomen en stervende of neergebogen bomen. de grenzen tussen deze boomklassen zijn niet scherp aan te geven en min of meer arbitrair.