Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bontbladigheid

betekenis & definitie

Men onderscheidt twee soorten:

(1) een erfelijke bontheid, die gekenmerkt is door het feit, dat slechts bij een deel der planten de bladeren wit- of geel-bonte verkleuringen vertoont, b.v. witbonte bladranden bij een bepaalde var. van Pelargonium zonale.

(2) een besmettelijke bontheid (ziekte), welke door een virus wordt veroorzaakt. Deze vorm van b. wordt ook wel infectieuze chlorose genoemd. Een voorbeeld hiervan is de bontheid van Abutilon striatum var. thompsonii.

< >