vormleer van de bodem. Zowel de aard en samenstelling van de bodem hangen ten nauwste samen met de wijze waarop de bodem is gevormd.
Door de verschillende ontstaanswijzen heeft de bodem verschillende vormen gekregen. Deze vormen herkent men zowel aan het materiaal als aan de gedaante van het bodernoppervlak. Zeer geringe verschillen in hoogteligging van b.v. 50 cm kunnen voor de bodemtoestand reeds zeer belangrijk zijn. Dit micro-reliëf is voor de b. van veel belang. D.m.v. de b. leert men niet alleen de samenhang van de bodemeenheden, doch ook verschillende van hun eigenschappen kennen. Aangezien in Ned. het merendeel van de bodem is gevormd door water of wind, welke een selectieve werking op het materiaal hebben, is de b. van veel belang voor het onderscheid van de bodemeenheden, vooral van de bodemreeksen.
Bodemnauw.
(veet.) De voorbenen staan niet loodrecht onder het lichaam van het paard, maar wijken naar binnen van de loodlijn af (z. Exterieur).