Het gehalte aan glucose in het bloed is vrij constant, ongeveer 0,1 % bij onze huisdieren. Stijgt het gehalte te hoog dan is dit het gevolg van suikerziekte of diabetes, een ziekte die bij de grote huisdieren praktisch onbekend is.
Voor het ontstaan van suikerziekte speelt het hormoon uit de alvleesklier, de insuline, de hoofdrol.De b. wordt bepaald door de snelheid van opname van glucose uit de darm en de snelheid van afgifte door de lever, waar het tijdelijk opgestapeld is als glycogeen. Stijgt het gehalte aan bloedsuiker in het bloed boven een, bij grote huisdieren onbekende concentratie, dan wordt de glucose met de urine via de nieren uitgescheiden en treedt glucosurie op.