Plantengesl. der Azollaceae, kleine sporeplanten, vaak bruingroen of rood gekleurd, die op het water drijven en sterk vertakte stengeltjes hebben. De blaadjes zijn 2-delig; de ene helft drijft, de andere is ondergedoken en draagt soms een sporangium.
In ons land komen 2 soorten voor beide uit Am. afkomstig), die vooral in het W. van ons land dichte lagen op stilstaand water kunnen vormen: A. filiculoides LAM. en A.caroliniana WILLD., de grote en kleine kroosvaren. Bij de reiniging van sloten brengt men bij wijze van bemesting de A. tegelijk met andere drijvende waterplanten over het land.